jowi schreef op 9 december 2021 00:35:
Beste IZDP, actueler heb ik ze niet.
Bron: onderzoek Cok Vrooman en JM Wildeboer Schut die aangeven dat de CBS cijfers door hun onderzoeksmethodiek een onjuist beeld geven (mijn opmerking: als zo vaak geven de CBS een onjuist beeld)
Wanneer we de centrale maatstaf van het SCP, het ‘niet-veel-maartoereikendcriterium’ (1022 euro per maand voor een alleenstaande in 2011), benutten om de armoedeontwikkeling van de afgelopen 25 jaar via het Inkomenspanelonderzoek te analyseren zijn de uitkomsten goed interpreteerbaar. In de totale Nederlandse bevolking zien we vier fasen. Tussen 1985 en 1990 daalde de armoede, om vervolgens te stijgen naar een hoogtepunt in 1994. Daarna nam de armoede gestaag af, behoudens enkele conjuncturele fluctuaties.
Sinds 2008 loopt de armoede weer op, vooral in het laatst gemeten jaar (2011, voorlopige cijfers), wanneer 7,1%
van de bevolking beneden de grens zit. Ramingen duiden erop dat deze groei zich in 2012 en 2013 voort zal zetten, waarbij de piek van het midden van de jaren negentig inmiddels in zicht komt. Op grond van het lagere ‘basisbehoeftencriterium’ (934 euro per maand) zijn de trends hetzelfde, al is de armoedeprevalentie dan vanzelfsprekend lager (5% in 2011).
In 2010 – het laatste jaar met definitieve cijfers – was de prevalentie het hoogst bij werklozen en bijstandontvangers, eenoudergezinnen en mensen van nietwesterse herkomst. Over de gehele periode bezien daalde in veel groepen de armoedeprevalentie; alleen bij de eenverdieners liep ze op. Absoluut steeg vooral het aantal werkende armen en arme allochtonen. Terwijl het aantal 65-plussers in 25 jaar sterk groeide, nam het aantal ouderen onder het niet-veel-maartoereikendcriterium af. Omdat de risicogroepen deels overlappen, is ook een hiërarchische decompositie uitgevoerd. Daarin is de afname van het armoedepercentage die zich tussen
1985 en 2010 voordeed (van 8,3% naar 6,0%) rekenkundig herleid tot het gewijzigd aandeel van groepen in de Nederlandse bevolking, en tot de mutaties in de
armoedeprevalentie. De daling blijkt dan vooral samen te hangen met het lagere
armoederisico van gepensioneerden en autochtone kinderen, en de afname in het
aandeel werklozen en bijstandontvangers. Deels werd ze tenietgedaan door de verhoudingsgewijs sterke toename van het aandeel kinderen en volwassenen van nietwesterse allochtone komaf. Door de ontwikkelingen bij werkenden veranderde de armoede de afgelopen kwart eeuw nauwelijks. De gewijzigde bevolkingsaandelen
en armoedeprevalenties bij eenverdieners in loondienst gingen gepaard met een
stijging van het armoedepercentage, die bij tweeverdieners met een daling.
Einde quote
Mijn opmerking: sinds de jaren '90 is er in NL veelal sprake van anderhalf / twee verdieners in een huishouden.
Als je appels met appels vergelijkt en herleid naar een verdieners zoals voorheen dan schrik je je een hoedje wat er vanaf
2001 en mn onder kabinetten Rutten aan armoede is gecreërd. In dit kader verwijs ik ook naar de toename bij de voedselbanken.
Vele NL ers werken voor lage lonen baantjes (10-15 euro per uur). De lasten en overheidsheffingen zijn alleen maar toegenomen. Ondanks zgn economische groei zijn de lonen, uitkeringen en pensioenen amper verhoogd maar wel jaarlijks flinke donaties aan de EU en ontwikkelingslanden.
Jij als socialist geeft aan op te komen voor de lage lonen. Onder kabinetten Rutte had je dat beter kunnen uitbreiden tot aan de midden inkomens. Mn de laatst genoemde groep is door Rutte geknipt en geschoren!!!