schreef:
DieptemetingEind mei gooiden de ingenieurs van Fugro, van wie je doorgaans weinig hoort, een steen in het water.
Ceo Arnold Steenbakker, nog maar enkele maanden eerder op de troon, maakte bekend dat voor de seismische dataverzamelingsactiviteiten op zee ‘alle opties’ worden onderzocht. In beleggersjargon betekent dit dat het onderdeel in de etalage staat. Analisten sloegen aan het rekenen en arriveerden op een opbrengst die het miljard kan ontstijgen. Ze stelden ook lijstjes met potentiële kopers op.
Sindsdien komt het nieuws niet van Fugro, maar van de buitenwereld. De zorgen over de wereldeconomie zijn gegroeid sinds de aankondiging van Fugro, wat de olieprijs heeft gedrukt. Is dit wel een goed tijdstip om naar een koper te zoeken voor een onderdeel dat zwaar leunt op ontwikkelingen in de olie- en gasindustrie?
Het antwoord op die vraag hangt mede af van de slagkracht bij de potentiële kopers. Als zij genoeg middelen ter beschikking hebben, kan het nu immers wel eens een mooi moment zijn om toe te slaan.
Riante positie
Marktleider WesternGeco zit in de meest riante positie. Het bedrijf is onderdeel van het Amerikaanse Schlumberger, dat beschikt over een aanzienlijke oorlogskas. Alleen al de kaspositie bedraagt een slordige $4 mrd aan het einde van het eerste kwartaal van 2012. Als daarnaast nog de leencapaciteit van het conservatief gefinancierde bedrijf wordt meegenomen, dan ontstaat een veelvoud van dit bedrag. Stel dat Schlumberger maximaal 2,5 keer het brutobedrijfsresultaat (ebitda) wil lenen, dan kan nog steeds voor een kleine $20 mrd aan schulden worden aangegaan. Hiermee ontstaat een oorlogskas van $24 mrd (€19 mrd).
De nummer twee, het Franse CGG-Veritas, ontbeert zo’n kapitaalkrachtige moeder en moet een mogelijke overname uit eigen middelen betalen. Naast de kaspositie van $0,5 mrd kan er nog $0,5 mrd worden bijgeleend. Bij het laatste getal wordt er, net als bij Schlumberger, van uitgegaan dat ook dit bedrijf maximaal 2,5 keer de ebtida leent. De totale financiële slagkracht komt uit op $1 mrd (circa €0,8 mrd).
Meeprofiteren van herstel
Ook het iets kleinere Noorse PGS is zelfstandig. Eind maart 2012 had PGS $0,3 mrd in kas, maar door een lagere schuldenlast kan het bedrijf — uitgaande van de eerder genoemde stelregel van maximaal 2,5 keer de ebitda — meer bijlenen. Dit bedrijf kan voor $0,9 mrd aankloppen bij de bank, waardoor er sprake kan zijn van een oorlogskas van $1,2 mrd (€0,9 mrd).
WesternGeco is dus de enige die het onderdeel van Fugro kan opslokken zonder daarvoor zijn balans tot ongemakkelijke lengtes op te rekken. Een van de alternatieven is het laten fuseren van de activiteiten met die van een concurrent, waarna Fugro een belang houdt in het fusiebedrijf. Dat kan aantrekkelijk zijn. Fugro stoot het onderdeel af op — wat de analisten verwachten — het dieptepunt van de markt. De overcapaciteit neemt volgens de marktvorsers af, aangezien de capaciteitstoename snel afneemt en de vraag blijft doorgroeien. Zo kan Fugro meeprofiteren van eventueel herstel.
Bartjens@fd.nl