Grote farmaceutische bedrijven werden niet zo gek lang geleden nog gezien als relatief veilige havens voor beleggers. Zij halen torenhoge marges op medicijnen en vergrijzing speelt de sector in de kaart.
Toch behoren de meeste farmabedrijven dit jaar tot de achterblijvers op de beurs - enkele succesvolle aanbieders van diabetes- (en afslankmedicijnen) uitgezonderd, zoals Novo Nordisk en Eli Lily.
De twee grote Amerikaanse farmaspelers met een notering op Wall Street, Pfizer en BristolMeyers Squibb (BMS), zijn goed vergelijkbaar. Pfizer is op basis van zijn beurswaarde nog een maatje groter dan BMS; respectievelijk $141 miljard versus $115 miljard.
Beide aandelen hebben beleggers de afgelopen jaren weinig rendement opgeleverd. Pfizer startte dit jaar met een koers van $30 en sindsdien is de waardering gedaald tot amper $25. BMS presteert koersmatig dit jaar beduidend beter, met een rendement van 8%. Maar ook dat staat nog ver af van de koersen van meer dan $80 die eind 2022 op de borden stonden.
Waarom blijven deze margeknallers achter op de beurs? En kunnen ze nog wel worden aangemerkt als veilige haven? Een goed moment om twee relatief laaggewaarde Amerikaanse farmareuzen met elkaar te vergelijken.
Dit artikel is alleen voor Beursduivel Premium abonnees
Wilt u dit artikel verder lezen?
-
1 maand
€15,95 / per maand
-
-
12 maanden
€14,95 / per maand
6% korting
-
24 maanden
€13,95 / per maand
13% korting