Beperktedijkbewaking schreef op 6 juli 2019 19:35:
[...]
[1]: Dit gaat over het oplossen van de problematiek rond de doorsneepremie en de bijbehorende (tot nu toe) te lage opbouw door jongeren. Het heeft niets met het (al dan niet leeftijdsafhankelijke) beleggingsbeleid te maken.
Of het een tekort voor het pf oplevert is nog de vraag. Daar gaat men nog op studeren en kan per pf verschillen. In sommige gevallen rekent men op een bijstorting door de werkgever.
[2]: Is alleen een probleem bij een echt tekort (zeg DG<95%) en zware onttrekkingen. In het echie valt dat alles enorm mee. Bij een DG<100% gaat er nu direct gekort worden en verdwijnt een eventueel tekort dus snel.
Bij de meeste pfn, en iig alle grote pfn, is de 'vergrijzing' veel minder dan men vaak denkt. Zo groot was die babyboomgolf nu ook weer niet in vergelijking met de geboortecijfers daarna (pas na 1973 daalden de cijfers echt). In de jaren dat het zwaartepunt van de 'golf' met pensioen ging (2012-2017) stegen de bruto-uitkeringen in NL volgens DNB van 26 mrd naar 30 mrd. Dat valt nog wel mee (+3% per jaar), en is ook het gevolg van een grotere arbeidsparticipatie door vrouwen in deze groep.
En ondanks deze stijging van de pensioenuitkeringen is de verhouding vermogen/uitkeringen al vele jaren aan het toenemen (tot ruim 40 nu). Bovendien: bij o.a. het ABP is het aantal deelnemers onder de 35 de laatste jaren gestegen, zowel absoluut als procentueel. Je moet al met al het relatieve gewicht van die onttrekkingen dus niet overdrijven.
[3]: Prudent uitkeren is zeer simpel geworden. Bij DG<100% wordt gekort. Bij een evt. indexatie zorg je er natuurlijk voor dat de DG daarna (ruim) boven de 100% blijft. Anders geen indexatie.
Dat vind ik allemaal prima, maar dan moet de DG wel met een
realistische rekenrente berekend worden.
In het hierboven weggelaten deel van je post weer veel vastgeroeste meningen, zonder cijfers of bronnen ter onderbouwing. Sommige dingen weet je niet, andere dingen snap je niet. Ik word een beetje moe van het telkens weer reageren op je niet onderbouwde beweringen, onjuiste conclusies en halve waarheden c.q. overdrijvingen.