rationeel schreef op 17 augustus 2021 16:37:
Einde van De Vinkebrug
In 2013 en 2014 heb ik als onderzoeker meegelopen met de activiteiten op De Vinkebrug. In mijn eindverslag kom ik tot negen succesfactoren.
1) Langdurig werkloze jongeren en jongemannen behorend tot de Top600-criminelen in Amsterdam worden uit hun comfortzone gehaald. Door hun werkzaamheden op het traject en deelname aan sportactiviteiten wordt dit type jongeren beter in beeld gebracht. Dat kan handvaten opleveren om ze beter te begeleiden.
2) Het wordt lastig om doelloos thuis te zitten en niets te doen. Aanwezigheid op het traject is een belangrijke pijler. Deelnemers zijn dan niet in de gelegenheid criminele activiteiten te plegen. Ze moeten vroeg op en worden door de werkzaamheden in de natuur geactiveerd. Het opkomstpercentage was 65 procent.
3) Huisbezoeken door de consulenten bij ongeoorloofde afwezigheid verhogen de druk. Tegelijkertijd wordt een beter beeld gekregen van de huiselijke omstandigheden en persoonlijke achtergronden van de deelnemer.
4) De mentoren op dit traject, oud-mariniers, zijn niet onder de indruk van geweld. De aanpak bestaat uit voortdurende confrontatie, duidelijkheid en begeleiding. Discipline en structuur aanbrengen in een chaotisch leven is ook een kwestie van lange adem. Overigens is niet iedere oud-marinier per definitie geschikt om dit soort werk te doen.
5) Het middel van korting op de uitkering, in bepaalde gevallen in combinatie met het uitzitten van een voorwaardelijke straf, is een belangrijk en essentieel onderdeel van de aanpak. Zonder symbolische stok achter de deur lukt het niet. 6) Consulenten geven persoonlijke begeleiding en helpen bij het ontwarren van de persoonlijke problemen. Er is ook voortdurend contact met de flankerende hulpverlening. Bij financiële problemen kan gebruik worden gemaakt van een bewindvoerder en bij gedragsproblemen van de psycholoog van het Nederlands Forensisch Instituut voor Psychiatrie.
7) De Vinkebrug maakt als traject deel uit van een keten. Ook bij beëindiging van de uitkering blijft een Top600-klant onder toezicht en in beeld. Dat geldt niet voor de andere categorieën deelnemers, die hun uitkering opzeggen, als zij de bemoeizucht meer dan zat zijn.
8) Structurele gedragsverandering, waarvoor in principe drie maanden staat, is in het kader van dit traject echter niet mogelijk. Het project is erop gericht om dit type jongeren van straat te halen en duidelijk te maken dat negatief gedrag niet wordt geaccepteerd. Bij succesvolle deelname volgt plaatsing op een ander traject, stage of werk.
9) Bescheidenheid in verwachtingen is noodzakelijk. Een ervaren mentor zegt erover: ‘Sommige jongens willen wel, maar ze hebben niet de kracht een U-bocht te maken. Ze zitten tot over de oren in de schulden, ze krijgen geen Verklaring Omtrent Goed Gedrag (VOG), hebben weinig of geen opleiding, geen arbeidsverleden en een groot aantal heeft geen ondersteuning van het thuismilieu. Wat moet zo’n jongen dan, ook al is hij van goede wil?’ Dit noopt tot bescheidenheid en realiteitszin.